
















opdrachtgever: Trudie Clingeborg-Hoedemakers
constructeur: Raadgevend ingenieursbudo Van Nunen
aannemer: Aannemingsbedrijf De Wit Drunen
ontwerp: 2019 / realisatie: 2023
Klein collectief trauma
In het collectieve geheugen van vele Bosschenaren vinden we in februari 2016 een klein trauma: het instorten van het pand op de hoek van De Markt. Het werd op dat moment verbouwd en het verwijderen van een scheidingswand in de kelder die een constructieve functie had bleek bij later onderzoek de veroorzaker. Na het opruimen van de puinhopen bleef er lang een open plek liggen die van de inwoners van ‘s-Hertogenbosch de spottende bijnaam “Het gat in de Markt” kreeg. Na meerdere gesprekken en een lange persoonlijke kennismaking stelde eigenaresse van het ingestorte pand, Trudie Clingenborg, ons de vraag haar te helpen met het maken van een passende invulling. Programma: een winkel op de begane grond (voor de oude huurder Pearl) en twee appartementen erboven. Het meest bijzondere van Trudie was van het begin tot de oplevering haar onvoorwaardelijke vertrouwen in ons en daarmee in het proces tussen alle partijen die betrokken raakten bij het project.
De architect als regisseur
En zo startte een lange weg van zoeken, praten, vele dialogen met gemeente en welstand.
De zoektocht naar een passend antwoord. Naar geschiedenis, naar de juiste aandacht op de juiste plek, naar een ingetogen houding en compositie, naar een hedendaags beeld in een historische context.
Naast de klassieke rol van de architect als vormgever is bij een complexe opgave als deze ook het vermogen nodig om te durven handelen als regisseur of als formateur. Een rol waarbij je vanuit vertrouwen in de goede afloop met partijen in gesprek gaat, ze verbindt, hun overeenkomsten en verschillen durft te benoemen, politieke spanning durft te verbinden aan ruimtelijke mogelijkheden. Deze houding gaat niet uit van het klassieke “verdedigen” van je ontwerp, maar van luisteren en doorvragen. Bij De Markt leverde het op dat we over een aantal weken een officieel openingsmoment vieren waar opdrachtgever, politiek, welstand, bouwer en inwoners zich unaniem herkennen in hun gebouw.
Aandacht en ambacht
Wie langer naar de historische beelden van de afgelopen twee eeuwen kijkt zal ontdekken dat het ingestorte pand een lappendeken aan verbouwingen was. Niet alleen aan de binnenzijde – wat haar fataal werd – maar ook in beeld. De ene stap (of lap) geslaagder dan de andere. Het nieuwe pand doet op veel vlakken recht aan de herinnering van wat er is ingestort. Het presenteert zich als twee panden, het hoekpand is nadrukkelijk een hoekpand. De gevel aan de Markt is historisch als voorgevel ontstaan en dat is ook herkenbaar in de nieuwbouw. Met veel liefde, aandacht en ambacht is er naar een zorgvuldige gevelcompositie gezocht die recht doet aan deze plek, de panden eromheen en haar geschiedenis. Daarbij is er nooit dogmatisch naar de geschiedenis gekeken. Je zou zelfs kunnen stellen dat de nieuwbouw op onderdelen de verbeterde versie is van hetgeen verdwenen is. Het gebouw voegt zich in de Bossche binnenstad alsof het er altijd heeft gestaan. Maar wie langer kijkt kan meer ontdekken: De bijzondere materialen: Een baksteen van Stone Cycling, gemaakt van gerecycelde bakstenen en toiletpotten naast een baksteen van Vogelensangh, gebakken in de oudste en enige ringoven die Nederland nog rijk is. Geanodiseerde aluminium kozijnen. Een kroonlijst van houten delen en zachtglanzende groene en grijze keramische elementen.
Liefdevolle samenwerking
De meest bijzondere samenwerking die we opzochten is die met de Bossche kunstenaresse Christine Jetten. Zij maakt geglazuurd keramiek, dikwijls verwerkt in gevels van spraakmakende gebouwen van over de gehele wereld. Dit werd de eerste keer om in haar eigen stad keramiek te verwerken in een gevel. Speciaal voor dit project maakte zij meerdere reeksen ambachtelijk geglazuurde stenen en tegels. Bij glazuren weet je nooit precies wat er uit de oven zal komen, waardoor Christine een lange zoektocht naar het juiste recept en de goede kleur aflegde. De elementen, waarvan er niet één hetzelfde is, zijn verwerkt in de dakranden, rond de ramen en in de plint.
Licht bouwen
De historische kelderbak is gehandhaafd en hergebruikt als kelder, maar tevens als fundering. Vroeg in het ontwerpproces is constructiebureau van Nunen ingeschakeld om de constructieve spelregels in beeld te krijgen. Hoeveel gewicht mag je bovenop deze oude kelder stapelen? Dat bleek niet zo bijzonder veel te zijn. Zowel de constructie als de afbouw zijn daarom in lichte materialen uitgevoerd: een staalconstructie met houtskeletbouwwanden en alle bakstenen zijn verwerkt als steenstrips op damp-open isolatiemateriaal. Dat bespaart niet alleen gewicht maar ook materiaal.
Zalvend resultaat
Nog niet eerder maakten wij een gebouw samen met partijen die allemaal met zo veel liefde en aandacht aan het project werkten. De laatste in rij waren de bouwvakkers die zich tijdens het bouwproces steeds sterker vereenzelvigden met het project, het was hun gebouw en ieder hoekje moest mooi worden. Inmiddels is het gebouw weer van de Bosschenaren. Toen het gebouw uit de stijgers kwam was het een feest om stiekem tussen ze te staan en te kijken en luisteren naar de stoet die voorbij trok. Mensen bespraken enthousiast wat ze zagen en maakten selfies voor de gevel. In datzelfde weekend ging Pelle langs en sprak met een groepje oudere mannen op scootmobielen die rondhingen voor de nieuwbouw. Zijn vraag “vinden jullie het wat?” werd beantwoord met “het mooiste gebouw van Den Bosch” – waarop een andere man verontwaardigd reageerde met de opmerking “maar dan vergeet je een paar oude gebouwen”.
Het lijkt erop dat de oude wond in het collectief geheugen en in de Bossche binnenstad is geheeld.