















opdrachtgever: Wibaut
hoofdaannemer: Horsman & Co
ontwerp: 2020/ realisatie: 2023
De Fonteinkerk is een eigenwijs en robuust gemeentelijk monument uit de jaren vijftig. Na zeventig jaar is ze begonnen aan haar tweede leven. Van een in onbruik geraakt kerkgebouw is ze getransformeerd tot woongebouw.
Van huis voor de geest naar woning
De Fonteinkerk is in 1958 in gebruik genomen en kwam tot stand door een grote financiële actie voor een kerkgebouw in de wijk West van Voorburg. Tot 2014 is de kerk in gebruik geweest. Daarna besloot de Protestante Gemeente Voorburg het gebouw te verkopen en is er gezocht naar een koper die het gebouw een nieuwe functie wilde geven. Het kerkgebouw is in de jaren vijftig ontworpen door de Voorburgse architect Albert van Essen. Het meest karakteristiek zijn de twee hoge betonnen klokkentorens en de glazen voorgevel. De ruwe baksteen gevel draagt een aantal grote balken waarop het dak rustte. Dezelfde balken dragen nu de vierlaagse nieuwbouw die op het gemeentelijke monument is gestapeld. In beeld althans. De constructieve realiteit is dat er aan de binnenzijde een volledig nieuwe constructie is toegevoegd die de nieuwbouw draagt.
Verbindende vondst
De rigoureuze beslissing om het toe te voegen woningprogramma op het gebouw te plaatsten in plaats van ernaast ontstond na een uitgebreide zoektocht. Het programma op de locatie bestond aanvankelijk uit twee delen: appartementen in de transformeren kerk en een vergelijkbaar woningaantal in een los volume naast de kerk. Dit programma bleek samen met de gevraagde hoeveelheid parkeerplaatsen nauwelijks op het terrein oplosbaar, het wrong aan meerdere kanten. Door het woonprogramma te stapelen op de te transformeren kerk ontstonden er ineens kansen en kwaliteiten. Het terrein rond het gebouw kon haar parkachtige opzet behouden, het parkeren paste ontspannen naast het gebouw en de volwassen bomen konden allemaal gespaard blijven.
De architect als regisseur
Bovenstaande leest wellicht als een slimme vondst van de architect, maar het is veel meer dan dat. Het was de uitkomst van het bij elkaar brengen van de vele belangen, spanningen en wensen in een antwoord waarin alle partijen zich herkenden en aan mee werkten. Naast de klassieke rol van de architect als vormgever is bij een complexe opgave als deze het vermogen nodig om te durven handelen als regisseur of als formateur. Een rol waarbij je vanuit vertrouwen in de goede afloop met partijen in gesprek gaat, ze verbindt, hun overeenkomsten en verschillen durft te benoemen, politieke spanning durft te verbinden aan ruimtelijke mogelijkheden. Deze houding gaat niet uit van het klassieke “verdedigen” van je ontwerp, maar van luisteren en doorvragen. Bij de Fonteinkerk leverde het op dat er nu een iconisch project staat waar opdrachtgever, politiek, gemeente, provincie, kerkbestuur, monumentencommissie, welstand, bouwer en inwoners zich unaniem in herkennen.
Dance me to the moon
Oudbouw en nieuwbouw gaan samen als twee dansers. De een kan niet zonder de overgave van de ander. In structuur en karakter reageert de nieuwbouw op de bestaande kerk. Ook het ritme tussen de twee bouwdelen speelt een spannend spel, soms komen ze samen om elkaar daarna weer los te laten en verderop weer te ontmoeten. In de kloeke baksteenwanden van het bestaande gebouw zijn sleuven weggezaagd om voldoende daglicht binnen te laten stromen in de woningen. In kleur en toon sluit de nieuwbouw aan bij de bestaande baksteen en het warme beton. In materiaal en textuur vormt het een contrast: de aluminium gevelpanelen en geanodiseerde kozijnen vangen ieder moment van de dag anders licht. Een spel dat versterkt wordt door de kleine hoekverdraaiing in de gevelpanelen en in de verticale gevelstroken. In dit spel van kleine verdraaiingen is er een dialoog tussen de oudbouw en de nieuwbouw. In de woningplattegronden komen de niet haakse ontmoetingen van de buitengevels het meest voelbaar terug in de woonkamers die altijd op de hoek gepositioneerd zijn met uitzicht over Voorburg, Den Haag en wie op de bovenste woonverdiepingen ver over de Vliet kijkt kan de skyline van Rotterdam herkennen.
Kathedraal tussen oud en nieuw
Natuurlijk blijft een penthouse de woning op de bovenste verdieping, ook in dit gebouw. Maar de meest verrassende woningen bevinden zich waarschijnlijk op de overgang van oud naar nieuw. De herkenbare overgang in de gevels, waar een kraag van uitkragende balken met glasstrook de nieuwbouw lijkt te dragen, vormt aan de binnenzijde een rij met extra ramen die rondloopt door het gehele appartement. Met haar plafondhoogte van ruim 3,8 meter voelt het in deze woonkamers alsof je een kleine balzaal binnenstapt. Een onverwacht cadeau en een mooie illustratie van het het herkennen van kansen bij in onbruik geraakt religieus vastgoed.